Wanneer welk spreidmiddel bij heupdysplasie?
OverzichtWanneer welk spreidmiddel bij heupdysplasie?
Heupdysplasie (ook wel DDH: Developmental Dysplasia of the Hip) is een aandoening waarbij de heupkom onvoldoende ontwikkeld is. Een tijdige behandeling is belangrijk om latere klachten en slijtage te voorkomen. In Nederland wordt er volgens landelijke richtlijnen gewerkt met verschillende spreidmiddelen, afhankelijk van de leeftijd van het kind, de ernst van de dysplasie en het resultaat van eerdere behandelingen.
Hieronder leggen we uit wanneer welk spreidmiddel wordt gebruikt.
1. Pavlik-bandage (tuigje)
Leeftijd: 0–6 maanden
Meest gangbaar in: vrijwel alle kinderorthopedische centra in Nederland
Bronnen: Richtlijnendatabase, UMCG, LUMC
De Pavlik-bandage is vaak de eerste stap in de behandeling van heupdysplasie bij jonge baby’s. Het tuigje houdt de beentjes van het kind in een gebogen en gespreide positie, waardoor het heupkopje optimaal in de heupkom kan groeien.
Voordeel: zacht, flexibel, en maakt verzorging makkelijk.
Gebruik: meestal 23 uur per dag, gedurende enkele weken tot maanden.
Doel: bevorderen dat de heupkop correct in de heupkom blijft, zodat de kom zich kan ontwikkelen.
2. Campspreider (spreidbroek)
Leeftijd: vanaf 6–7 maanden
Bronnen: Ziekenhuis Rivierenland, Radboudumc, LUMC, Slingeland Ziekenhuis
De Campspreider wordt vaak ingezet als een kind te groot of te zwaar wordt voor de Pavlik-bandage.
Voordeel: stevig, makkelijk aan en uit te doen voor verzorging, en geschikt voor oudere baby’s.
Gebruik: vaak minder uren per dag dan Pavlik, afhankelijk van de ernst van de afwijking en de controle-echo’s.
Doel: behoud van spreidstand om de heupontwikkeling verder te stimuleren.
3. Gipsbroek
Leeftijd: variabel, meestal > 6 maanden
Bronnen: UMCG, Ziekenhuis Rivierenland, LUMC
Een gipsbroek wordt gebruikt als eerdere behandelingen onvoldoende resultaat geven, of als er sprake is van een (sub)luxatie. Vaak gebeurt dit na een gesloten of open repositie van de heup onder narcose.
Voordeel: houdt de heupen zeer stabiel, waardoor de kans op opnieuw uit de kom schieten minimaal is.
Gebruik: enkele weken tot maanden, waarbij het gips soms tussentijds wordt vervangen.
Doel: volledige stabiliteit na repositie, zodat de heup zich goed kan ontwikkelen.
Samengevat
Leeftijd | Eerste keuze | Alternatief / vervolgstap |
---|---|---|
0–6 maanden | Pavlik-bandage | — |
6–12 maanden | Campspreider | Gipsbroek indien onvoldoende effect |
> 6 maanden + luxatie of falen spreidmiddel | — | Gipsbroek na repositie |
📌 Tip voor ouders: de keuze voor een spreidmiddel hangt altijd af van de individuele situatie van het kind en de bevindingen bij controle-echo’s. Vertrouw op het behandelplan van de kinderorthopeed en volg de adviezen nauwkeurig op voor het beste resultaat.